Groepering van leerlingen
Op onze school wordt klassikaal onderwijs aan homogene leeftijdsgroepen gegeven. Dit leerstofjaarklassensysteem is in onze ogen de meest efficiënte manier om het onderwijs te organiseren, de basisvaardigheden komen gegarandeerd aan bod in de methodes die we hanteren. Het leerstofjaarklassensysteem zorgt voor rust en is overzichtelijk, maar het heeft ook zijn beperkingen, daarom passen wij vormen van samenwerkend en adaptief leren toe.
Groepsindeling
In het cursusjaar 2023-2024 geldt de volgende groepsindeling:
Instructie
De instructie van nieuwe basislesstof wordt in het algemeen klassikaal aangeboden. Vanaf groep 3 kunnen de leerlingen daarna aan individuele doelen op eigen niveau middels Snappet werken (betreft leergebieden taal, spelling en rekenen; groep 3 alleen rekenen). Indien nodig wordt er verlengde instructie aangeboden. Bij de verwerking houden we rekening met de (on)mogelijkheden van de kinderen. Leerlingen met bepaalde problemen krijgen zinvolle verwerkingen op eigen niveau. Leerlingen die dat nodig hebben, krijgen verrijkingsstof aangeboden. Plusleerlingen beschikken over extra uitdagende opdrachten.
Directe Instructie
In principe worden instructies met betrekking tot basisvaardigheden in de groepen 3 t/m 8 gegeven volgens het model “directe instructie”. Hierbij is gezocht naar de meest efficiënte mogelijkheden om leerstof onder de aandacht te brengen en te houden. In genoemd model is een les altijd opgebouwd in de volgende fasen:
1. dagelijkse terugblik (waar hadden we het over?)
2. presentatie (wat gaan we doen?)
3. oefenfase (probeer het eens uit)
4. individuele verwerking
5. terugkoppeling (wat hebben we geleerd)
Zelfstandig werken
Om leerlingen optimaal te laten ontwikkelen, leren we de leerlingen zelf probleemoplossend te denken, elkaar te helpen en kritisch te zijn t.o.v. hun eigen werk en werkhouding.
Leerlingen plannen deels hun eigen werk, gaan zelfstandig verder met de andere opdrachten. Gecombineerd met de leerstofdifferentiatie moet dit meer mogelijkheden bieden aan de leerlingen.
Onderwijsvernieuwingen
Sinds een aantal jaren zijn we als school bezig het adaptieve (op het kind afgestemde) element binnen ons onderwijs meer gestalte te geven. Dit uit zich in het werken in verschillende niveaus (o.a. middels Snappet) en het zelfstandig werk aanbod. We werken onder andere vanaf groep 3 (groep 3 alleen rekenen) bij de vakgebieden taal en rekenen op meer niveaus en kleuters leren een planbord te hanteren. Computerprogramma’s stellen ons in staat om adaptief met leerlingen te werken. Ons onderwijs is naast leerstofgericht ook gericht op de ontwikkeling van het kind (o.a. bij OGO en Betekenisvol Leren). De kern van deze vorm van onderwijs is het uitdagen van leerlingen tot een actievere inbreng bij het leerproces. Reflecteren op eigen en andermans inbreng en het koppelen van leeractiviteiten aan betekenisvolle situaties verhogen de motivatie en het leerrendement. Zo denken kinderen (gr 1 t/m 4) mee over de invulling van het thema, spelen in themahoeken als ‘het tuincentrum’ en promoten kinderen hun zelfgekozen boek.
In de groepen 5 t/m 8 werken we met opdrachten in een betekenisvolle context, zodat de te leren kennis en vaardigheden direct toegepast worden.
21ste-eeuwse vaardigheden
In het schoolplan 19 – 23 is als doelstelling opgenomen dat er extra aandacht besteed zal worden aan 21ste-eeuwse vaardigheden. Dit betreft vooral de deelgebieden: techniek, cultuur (muziek), burgerschap, kritisch denken, mediagebruik en programmeren. De focus hierbij zal liggen op de groepen 5 t/m 8.
Doelen stellen
Met ingang van het schooljaar 19 – 20 zijn er kindgesprekken door de leerkrachten ingevoerd, waarbij ook de leeropbrengsten besproken worden. Vragen die hierbij gesteld worden zijn: ‘Waar sta je nu?’, ‘Waar ga je naartoe?’ en ‘Wat heb je nodig om dat doel te bereiken?’.
Samenwerkend leren
In de groepen 5 t/m 8 werken leerlingen regelmatig in kleine groepen op een gestructureerde manier samen aan een leertaak met een gezamenlijk doel. De leerlingen zijn niet alleen gericht op hun eigen leren, maar ook op dat van hun groepsgenoten. Leerlingen leren met en van elkaar. Deze manier van werken wordt samenwerkend leren genoemd en geeft kinderen de mogelijkheid hun eigen talenten en die van anderen optimaal te benutten en te ontwikkelen.
Leerresultaten en zorgbreedte
Leerlingvolgsysteem (LVS)
Informatie over de leerresultaten van de kinderen baseren de groepsleerkrachten op de dagelijkse prestaties van de leerlingen en op de toetsen van het leerlingvolgsysteem. Op verschillende momenten in het cursusjaar maken de leerlingen toetsen op de onderdelen spelling, technisch lezen, begrijpend lezen en rekenen. In de groepen 7 en 8 komt daar ook Engels bij.
De toetsen worden klassikaal afgenomen. Bij zorgleerlingen wordt er een extra leestoets door de eigen leerkracht of geïnstrueerde ouders/andere leerkracht individueel afgenomen.
Aan de hand van een landelijk geldende normtabel worden de resultaten bepaald. Deze resultaten verwerkt de computer tot een school- , een groeps- en een leerlingoverzicht. In de eerste twee overzichten wordt zichtbaar of een bepaald gebied in het algemeen meer aandacht verdient. In het leerlingoverzicht wordt na verloop van tijd zichtbaar hoe de leerling zich ontwikkelt. Voordeel van dit systeem is dat de leerkrachten de ontwikkeling van de kinderen structureel kunnen volgen en daardoor systematischer kunnen begeleiden.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
Op onze school hanteren we voor de groepen 3 t/m 8 het Pedagogisch Leerling Volgsysteem ‘Zien‘. Door middel van het invullen van vragenlijsten brengt de leerkracht de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind in kaart. Dit middel wordt ieder jaar bij de groepsbespreking besproken. In oktober / november vindt er een gesprek met de ouders over de sociaal-emotionele ontwikkeling van hun kind plaats.
Op een eerder moment in het schooljaar voeren de leerkrachten van groep 1 en 2 een ‘luistergesprek’ met de ouders, waarbij de persoonlijkheid en de onderwijsbehoeften van het kind centraal staan.
De sociaal- emotionele ontwikkeling wordt in deze groepen door het invullen van de ‘Leerlijnen Jonge Kind’ in kaart gebracht.
De kinderen uit de groepen 5 t/m 8 vullen ZIEN! zelfstandig in op de leerlingvragenlijst. Zo ontstaat een goed beeld over het welbevinden, de betrokkenheid en de sociale vaardigheden die het kind kan ontwikkelen.
Om in kaart te brengen of ieder kind voldoende in de groep is opgenomen, stelt de leerkracht jaarlijks een sociogram op. Deze grafische weergave van de populariteitsmeting in de groep is een uitstekend instrument om kinderen die buiten de groep (dreigen te ) vallen te signaleren en te helpen.
Leerlingvolgsysteem (LVS) in groep 1 en 2
In de groepen 1 en 2 wordt het leerlingvolgsysteem ook gehanteerd. Dit systeem gaat in de kleutergroepen uit van observaties door de leerkracht aan de hand van leerlijnen jonge kind. Indien gewenst kan de kleuter Cito-toets individueel afgenomen worden.
Extra hulp
Incidenteel worden er groepsplannen gemaakt n.a.v. onderwijsbehoeften van kinderen en uitslagen van methode en niet-methode toetsen om aan de doelen te kunnen komen die gesteld zijn voor een bepaalde periode. Voor sommige kinderen is de extra hulp intensiever dan voor anderen.
In deze gevallen stelt de leerkracht – in overleg met de intern begeleider – hulpplannen voor een individuele leerling op. In deze plannen beschrijft de leerkracht concrete afspraken over de hulp (extra stof, huiswerk, hulp buiten de klas, e.d.). Genoemde plannen zijn in te zien op het ouderportaal.
De intern begeleider verkrijgt zijn/haar hulpmaterialen, tips, adviezen etc. onder andere uit de daarvoor bestemde orthotheek (een verzameling boeken, mappen en hulpmaterialen, om kinderen extra hulp te kunnen bieden), de schoolbegeleider van ‘1801’ (schoolbegeleidingsdienst) en van de ambulant begeleiders van zorgleerlingen.
Leerlingen met extra gaven en talenten willen we door de hele school begeleiden met verrijkings- en verdiepingsstof.
Passend onderwijs
Scholen hebben de wettelijke taak om aan leerlingen passend onderwijs te geven of voor leerlingen een passende onderwijsplek te vinden. Om deze taak te kunnen uitvoeren is het noodzakelijk, dat scholen samenwerken in een samenwerkingsverband. Onze school is aangesloten bij het samenwerkingsverband Berséba. Hierbij zijn alle reformatorische basisscholen en speciale (basis)scholen aangesloten. Het samenwerkingsverband is opgesplitst in vier regio’s. Onze school ligt in de regio Randstad.
Zorgplicht
Een kernbegrip bij passend onderwijs is ‘zorgplicht’. Zorgplicht betekent dat de school verplicht is om te zorgen voor een passende onderwijsplek voor iedere aangemelde of ingeschreven leerling. De school onderzoekt samen met de ouders welke ondersteuningsbehoeften een leerling heeft en hoe de school hieraan tegemoet kan komen. Als op grond van objectieve argumenten blijkt dat dit niet mogelijk is, dan heeft de school de opdracht om samen met de ouders een passende plaats op een andere school te zoeken.
Schoolondersteuningsprofiel
Onze school heeft dus een centrale rol in het tegemoetkomen aan de ondersteuningsbehoeften van kinderen. De school heeft een schoolondersteuningsprofiel geschreven. U kunt dit profiel op de website van de school vinden of op school inzien. In dit profiel is te lezen op welke wijze we de begeleiding aan leerlingen vormgeven en welke mogelijkheden voor extra ondersteuning onze school heeft. Bij het realiseren van de gewenste ondersteuning werkt de school vanuit de uitgangspunten van handelingsgericht werken (HGW). Dit betekent kort gezegd: Als een kind extra ondersteuning nodig heeft, wordt niet in de eerste plaats gekeken naar wat het kind heeft, maar naar wat het kind nodig heeft. Bij HGW is de samenwerking en afstemming met ouders en andere deskundigen een belangrijk aandachtspunt.
Ondersteuningsteam
Heel vaak kan de ondersteuning door onze school zelf georganiseerd en gegeven worden. Op onze school is de leerkracht als eerste verantwoordelijk voor de begeleiding en ondersteuning van de leerlingen. Als hij/zij er zelf niet uitkomt, zal advies gevraagd worden aan collega’s of de intern begeleider. Zo nodig voert de leerkracht een uitgebreider gesprek over de leerling met de intern begeleider.
Onze school heeft een ondersteuningsteam. Als de situatie rondom een leerling daar aanleiding toegeeft, zal de leerling in het ondersteuningsteam besproken worden. In dit ondersteuningsteam zitten de intern begeleider, een externe orthopedagoog en de schoolarts. In het ondersteuningsteam wordt in samenspraak met de ouders bepaald welke ondersteuning een leerling nodig heeft. Hierbij wil de school intensief samenwerken met Jeugdhulp. De school geeft aan op welke manier ze dit gaat doen. Als het voor de school niet (meer) mogelijk is om de juiste ondersteuning te geven, wordt met de ouders besproken welke school dan een passende plek kan bieden.
Het loket van Berséba regio Randstad
Het loket staat open voor vragen rond de ondersteuning aan leerlingen. De school kan advies vragen in allerlei situaties die met de ondersteuning voor leerlingen te maken hebben. Ouders mogen ook zelf contact opnemen met het loket, als zij advies of informatie willen.
School en ouders kunnen samen een aanvraag doen voor een extra ondersteuningsarrangement om kinderen met specifieke ondersteuningsvragen (bijv. rondom zeer moeilijk leren, een lichamelijk handicap of langdurig ziekte, gedragsproblemen, hoogbegaafdheid) op de basisschool extra begeleiding te geven.
Soms komt het ondersteuningsteam tot de conclusie, dat het voor de ontwikkeling van een leerling beter is om naar een speciale (basis)school te gaan. In dat geval vraagt de school samen met de ouders bij het loket van Berséba regio Randstad een toelaatbaarheidsverklaring voor zo’n school aan. Als dit loket besluit om de toelaatbaarheidsverklaring toe te kennen, dan kan de leerling aangemeld worden bij een speciale (basis)school.
Ouderbetrokkenheid
Onze school hecht eraan bij de ondersteuning aan leerlingen goed samen te werken met de ouders. Daarom vinden we het van belang dat ouders direct betrokken worden bij gesprekken als hun kind individueel besproken wordt. In sommige situaties zijn er niet alleen zorgen op school, maar ook thuis. Om tot een goede ondersteuning te komen vinden we het belangrijk om met de ouders daarover in alle openheid en vertrouwelijkheid te spreken. We beseffen hoe moeilijk dit soms kan zijn, maar in het belang uw kind is dit wel nodig.
Wanneer u als ouders vindt dat er voor uw kind meer hulp nodig is, of dat uw kind beter op zijn plaats is in een school voor speciaal (basis)onderwijs, dient u zich uiteraard eerst tot ons als school te wenden. School en ouders hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid om eensgezind het beste voor uw kind, onze leerling te zoeken. Bent u van mening u dat u bij ons als school onvoldoende gehoor vindt, dan kunt u zich ook zelf tot het loket wenden. Graag wordt de school hiervan door u op de hoogte gesteld.
Contactgegevens loket Randstad
De zorgmakelaar van het loket Randstad is bereikbaar via telefoonnummer 0180-442617 of per e-mail via loket-randstad@berseba.nl.
Op de website www.berseba.nl kunt u meer informatie vinden over het samenwerkingsverband Berséba en de regio Randstad.
Onderzoeken
Zoals al gezegd is, is het uitgangspunt bij passend onderwijs niet wat het kind heeft, maar wat het kind nodig heeft. Dit betekent dat onderzoek naar ‘wat een kind heeft’ niet altijd noodzakelijk is om tot een goed aanbod voor een leerling te komen.
Toch kan er altijd een moment aanbreken, dat een onderzoek wel nodig is. Ons uitgangspunt is dat we hierin graag samen met de ouders optrekken. Het formuleren van een gezamenlijke onderzoeksvraag is belangrijk om ook samen het gesprek over de leerling verder te voeren. We hechten er waarde aan, dat in een verslag van een onderzoek niet wordt geconcludeerd welke vorm van onderwijs de leerling nodig heeft, maar vooral welke begeleiding hij/zij nodig heeft. Dat is de kern van passend onderwijs. Als school zullen we dan in alle openheid met u bespreken, wat de mogelijkheden voor ondersteuning bij ons op school zijn.
Hoewel we ouders niet het recht willen en mogen ontzeggen om zelf stappen te nemen voor een onderzoek, heeft dit niet onze voorkeur. U kunt uw redenen hebben om dit wel te doen. We stellen het op prijs dat u dit dan aan ons doorgeeft met de redenen waarom u deze stap neemt.
Blind of slechtziend/doof of slechthorend/taal-spraakproblemen
Onze school wil zich ook inspannen om slechtziende en blinde kinderen, slechthorende en dove kinderen en kinderen met taal-spraakproblemen op onze school een plaats te geven. Voor hen is ook extra ondersteuning beschikbaar. Deze ondersteuning valt echter niet onder de bevoegdheid van het samenwerkingsverband. De intern begeleider weet op welke manier die extra ondersteuning wèl beschikbaar kan komen.
Onderwijsbegeleidingsdienst
Als extra expertise nodig is, doen we een beroep op de onderwijsbegeleidingsdienst Onderwijs Advies. Bij de dienst zijn onderwijskundigen, organisatiedeskundigen, psychologen en orthopedagogen om te adviseren en te ondersteunen op het gebied van school- en onderwijsontwikkeling, maar ook bij vragen over de ontwikkeling van het leren door kinderen kunnen we een beroep doen op de onderwijsadviseurs van de begeleidingsdienst. Het is mogelijk dat wij als school vragen om een leerling te testen en advies te geven over de ontwikkeling van het kind. Dit gebeurt altijd in overleg met de ouders. Er worden geen kinderen getest zonder toestemming van de ouders. Ook over de uitslag en adviezen worden de ouders op de hoogte gebracht.
Schoolprestaties
Cito-toetsuitslagen
Elke CITO-toetsuitslag wordt door de directie geëvalueerd, zodat er voor het komende jaar op bepaalde vakgebieden bijgestuurd kan worden.
Groep 8 heeft op de Cito-eindtoets 535,1 gescoord..
Uitstroom
M.b.t. de leerlingen die onze school verlaten zijn dit de uitstroomgegevens: